Projecten

Everdinger Waarden

De Everdinger Waarden is een voorbeeld van een gebied waarin de bevaarbaarheid van de rivier, de waterveiligheid, extensief agrarisch gebruik, de natuur en beleving nauw met elkaar verbonden zijn. De stuw in de Lek bij Hagestein zorgt ervoor dat de rivier voldoende vaardiepte heeft en een belangrijke rol kan spelen in de waterhuishouding van een deel van Nederland. Maar bovenstrooms van de stuw verdween daardoor wel de getijdenwerking en vlakte de rivierdynamiek af. Daarnaast was er rivierkwel in de uiterwaarden. Omdat boeren bij voorkeur droge voeten houden, werd daarom het bekade deel van de uiterwaarden bemaald. Ook voor de visstand had de stuw negatieve effecten: het vormde een grote barrière voor vissen die vanuit zee de rivier optrekken om te paaien. Daarnaast was vanuit het natuurbeleid de wens om de uiterwaard toe te voegen aan de Ecologische Hoofdstructuur (nu: Natuurnetwerk).

Herinrichting
Van 2002 tot 2008 is daarom gewerkt aan de herinrichting van het gebied. De uiterwaarden zijn uitgegraven, waarbij de vrijkomende klei is gebruikt voor dijkverzwaring. Om de buitendijkse bebouwing van het dorp Everdingen is een nieuwe kade aangelegd. Het gebied tussen de geulen en de dijk buiten de kade ter hoogte van Everdingen is opgehoogd om te voorkomen dat het permanent onder water zou komen te staan.
In het westelijk deel van de uiterwaard is een tweezijdig aangetakte geul aangelegd die bij hoog water functioneert als een meestromende nevengeul: een mooi voorbeeld van een ontwerp waarbij het natuurlijk systeem leidend is (building with nature). Bij het vergraven van de uiterwaard zijn langs deze nevengeulen lage moerasachtige zones ontstaan.

Natuurontwikkeling
Door de herinrichting heeft de natuur in de Everdinger Waarden een flinke positieve boost gekregen: er is een veelzijdig landschap ontstaan van hooilanden, rietkragen, strangen, slikplaten, rivieroevers, meidoornhagen en moerasbos. Het aantal plantensoorten is flink gestegen, zeldzame orchideeën zijn inmiddels goed vertegenwoordigd.  In het voorjaar en de zomer gonzen de rietkragen van de kleine karekieten, bosrietzangers, blauwborsten en andere kleine zangvogels. Op de slikplaten en langs de oevers van de strangen dribbelen witgatjes, oeverlopers, groenpootruiters en kluten driftig op zoek naar voedsel. Ook weidevogels die in de omliggende weidegebieden broeden, zoals tureluur en grutto, vinden een rijk gedekte tafel. En dankzij de vistrap bij de stuw bij Hagestein kunnen vissen weer stroomopwaarts de Lek opzwemmen en eventueel paaien in de nevengeul.

Dit project was een voorloper van het latere programma van Rijkswaterstaat ‘Ruimte voor de rivier’.

Partners
Partners: Waterschap Rivierenland, provincie Gelderland, gemeente Everdingen, Rijkswaterstaat, Utrechts Landschap

Meer informatie: